Tot voor kort waren de resten van de mega-tsunami, veroorzaakt door de meteorietinslag op Yucatan, vooral bekend van de omgeving van de Golf van Mexico. De ontdekking van een nieuwe vindplaats, Tanis, achtergelaten door de tsunami in Noord Dakota, betekent dat de mega-tsunami nog minstens 1000km verder naar het noorden is doorgedrongen dan voorheen voor mogelijk gehouden werd. De complexe zandlaag bevat tektietglasresten, die ontegenzeggelijk uit de Chicxulub krater afkomstig zijn. De Tanis tsunami volgt de bedding van een grote rivier die vanuit het oosten minstens twee keer is volgelopen. De resulterende ‘tsunamite’ is opgebouwd uit twee lagen: een grofkorrelige zandlaag met cross-bedding en grote brokken onderin de rivierloop, en een fijnkorrelige, verschillende keren gegradeerde silt-klei afwisseling die het hele rivierdal bestrijkt. Tanis ligt dan ook op de uitbouwende pointbar, de kronkelwaard van een meander van een tamelijk grote rivier met een geuldiepte van ongeveer 15m. De onderste zandlaag vult de onderkant van de riviergeul, en bevat weinig opzienbarende vondsten. De bovenste, kleiige laag, bevat daarentegen een schat van uitzonderlijk goed bewaarde fossielen. Bovenop de top van de tsunamite ligt het bekende kleilaagje met iridium, zowel in de geul als direct ernaast op de uiterwaarden, de ‘overbank’ afzettingen. De eerste aanwijzing voor een tsunami kwam uit de vondst van prachtig bewaarde (aragoniet) ammoniet (Sphenodiscus) schalen naast complete skeletten van paddlefish en steuren, beide, vooral de paddlefish, zoetwatervissen. Daarnaast komen er nog meer marine soorten (dinoflagellaten en haaietanden) voor, minstens 250km van de kustlijn in het oosten. Sindsdien zijn er tientallen complete, bij elkaar gespoelde vissen gevonden, waarbij hele series tektieten in de kieuwbogen zijn blijven steken. Andere vondsten zijn o.a. een ei met embryo van een azhdarchide pterosaurus en gearticuleerde botten met huidafdruk van een triceratops. Ook grote veren van een velociraptor, plus een bot met de veerafdrukken er van zijn gevonden. De vissen zijn waarschijnlijk achter een ‘log-jam’ blijven steken, want er zijn verschillende boomstammen gevonden, sommige aan de buitenkant verbrand (houtskool). Tegen de boomstam zitten harsresten, nu barnsteen, die ook de tektieten hebben ingevangen. Omdat de tsunami ook de normaal droog liggende oevers heeft bedekt, zijn daar ook getuigen van de oeverbewoners gevonden. Onder de tsunami zitten verschillende mierennesten, soms met resten van mieren er nog in. De voetafdrukken van een aantal theropode en hadrosauride dinosauriers die op de modderige oever hebben gelopen zijn door de tsunami afgegoten, een goede getuigenis dat de dinosauriers tot en met de Chicxulub inslag hebben doorgeleefd!
Is dit een unieke vindplaats? Waarschijnlijk wel, al is er verderop bij Marmarth op een vergelijkbare positie ook een zand-kleilaag met mariene dinoflagellaten gevonden, maar (nog) zonder bijzondere andere vondsten. Door aankoop van de grond is Tanis enigszins beschermd tegen plundering, maar de precieze plek blijft nog even geheim. De komende jaren zal Tanis nog een grote bron zijn van opzienbarende onderzoeken! Jan Smit is professor emeritus van de Vrije Universiteit Amsterdam, geoloog en micropaleontoloog, dé expert over de Krijt-Tertiair grens, internationaal gelauwerd én bijzonder goed gebekt.