Wetenschappers gebruiken speciale werkwijzen om de bouw en samenstelling van mineralen te bestuderen: de microsonde voor het bepalen van de samenstelling, röntgenonderzoek van poeder of van vrije kristallen, optisch onderzoek, spectra in verschillende golflengtes, gedrag bij verhitting enz. Daarnaast zijn een aantal eenvoudige hulpmiddelen, die ook door amateurs kunnen gebruikt worden:
- bepalen van de hardheid volgens Mohs door vergelijking met een reeks standaardmineralen
- de streek, die ontstaat door met een mineraal over ongeglazuurd porselein te strijken
- de kristalvorm en splijting
- kleur en glans
- (soortgelijk) gewicht
- de paragenese, dat wil zeggen welke mineralen samen voorkomen
- enkele eenvoudige scheikundige proeven, die snel kunnen aantonen welke elementen wel of juist niet in een onbekend mineraal zitten
Ervaring is daarbij door niets te vervangen, maar die moet wel opgebouwd worden, door bekijken van mineralen in verzamelingen, museums, winkels; gesprekken met ervaren verzamelaars; door lezen van boeken en in zich opnemen van illustraties; door veldwerk. Tenslotte kan men zich ook aansluiten bij verenigingen, waar dikwijls meer ervaren leden kunnen helpen. Wanneer geen van deze mogelijkheden helpt, kan men als laatste oplossing een beroep don op vakmensen. Het is trouwens zo dat vele nieuwe mineralen ontdekt worden door liefhebbers.